Voor de basisboodschappen kiezen we sinds enkele jaren voor het goedkoopste. Een keten als Lidl had in 2008 een marktaandeel van 4,8%. Afgelopen jaar verdubbelde dat naar 9,7%. Volgens strateeg Paul Moers en supermarktspecialist Gerard Rutte zullen ook andere ketens geconfronteerd worden met deze vraag.
Onze gedachten gingen gelijk uit naar de wereld van ondernemers en verzekeringen. Is deze tendens zich hier ook aan het ontwikkelen. Wij weten dat de tarieven voor zelfstandigen niet jaarlijks stijgen en wij weten ook dat veel zelfstandigen hun uurtarief niet vastgesteld hebben op de kosten die ondernemerschap met zich mee brengt. En hun inkomen dus redelijk blijft terwijl uitgaven stijgen.
Is het hier ook zo dat een ondernemer liever kiest voor een flitsend uitziend bezit waarmee indruk gemaakt kan worden op vrienden en klanten hoger op de agenda dan financiële continuïteit bij ziekte, ongeval, overlijden arbeidsongeschikt of beroeps-aansprakelijkheid. Jammer genoeg, denk ik dat dit inderdaad het geval is.
Mede dankzij strengere controle op kwaliteit van producten en aanscherping van wet en regelgeving door de AFM ligt de tijd dat ondernemers kozen voor voor inferieure verzekeringen omdat deze zo lekker goedkoop waren achter ons.
Laten wij hopen in het belang van de ondernemer zelf en de BV Nederland dat deze tijden niet terugkomen. Want in tegenstelling tot veel producten in de retail, betekend een lage premie vaak ook slechtere voorwaarden en teleurstelling op het moment dat de verzekering het hardst nodig is.
Zit de AOV in een spagaat?
In de Telegraaf schreef Richard van de Crommert onlangs dat supermarktketens in een spagaat zitten. Doordat het middensegment niet rendabel meer is, moeten winkelformules kiezen of zij zich bovenaan of onderaan de markt willen begeven. De vraag die voor onze branche van toepassing is: geldt dit ook voor de markt voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen?
Manier om te besparen
De reden dat supermarkten het moeilijk hebben, is dat het besteedbaar inkomen van de consument niet is gegroeid, maar er wordt wel extra geld uitgegeven aan tablets en smartphones. Ergens moet dan toch op bespaard worden en de boodschappen bleken hiervoor uitermate geschikt. De goedkope supermarktketen Lidl zag het marktaandeel verdubbelen naar 9,7%. Laten we deze situatie eens vergelijken met een zelfstandig ondernemer die een AOV zoekt.
Wij weten dat de tarieven voor zelfstandigen niet jaarlijks stijgen en wij weten ook dat veel zelfstandigen hun uurtarief niet vastgesteld hebben op de kosten die ondernemerschap met zich meebrengt. Hun inkomen blijft dus redelijk stabiel, terwijl de uitgaven wel stijgen. Het gevaar bestaat dan ook dat er een manier wordt gezocht om te besparen en dat de arbeidsongeschiktheidsverzekering of de beroepsaansprakelijkheidsverzekering daarvan de dupe is.
Instant gratification of langetermijndenken
Veel ondernemers kiezen liever voor een flitsend uitziend bezit waarmee indruk gemaakt kan worden op vrienden en klanten dan voor financiële continuïteit bij ziekte, ongeval, overlijden, arbeidsongeschiktheid of beroepsaansprakelijkheid. Dat noemen we een voorkeur voor instant gratification. Liever nu iets moois dan aan de toekomst denken, zo redeneren zij.
Uit herhaaldelijk onderzoek blijkt echter dat mensen die naar de lange termijn kijken succesvoller zijn in hun leven. Oftewel: het goed indekken van financiële risico’s wordt vooral gedaan door succesvolle ondernemers.
Er zijn geen goedkope inferieure AOV’s meer
De tijd dat ondernemers kozen voor inferieure verzekeringen omdat deze zo lekker goedkoop waren, ligt inmiddels achter ons. Mede dankzij strengere controle op de kwaliteit van financiële producten en aanscherping van wet- en regelgeving door de AFM.
Laten wij hopen in het belang van de ondernemer zelf en de BV Nederland dat de tijden van goedkope polissen niet terugkomen. Want in tegenstelling tot bij veel producten in de retail, betekent een lage premie, vaak ook slechtere voorwaarden en teleurstelling op het moment dat de verzekering het hardst nodig is. Goedkoop is bij een AOV op lange termijn vrijwel altijd duurkoop.