Officieel was Bank van leening de meest gebruikelijke, zo niet de enige, benaming. In de volksmond was echter lommerd een veelgebruikte term. Niet alleen voor openbare instellingen (bank van leening), maar ook voor particuliere instellingen (pandjeshuis).
Letterlijk luidt de betekenis van het spreekwoord: “Daar heb ik niets aan!” of “Dat geloof ik niet!”. Onze voorouders uit de Gouden Eeuw wisten met hun scherpe handelsgeest precies aan wie en op basis van welk onderpand zij hun geld konden uitlenen. Het geloof in de klant én het onderpand was hierbij van doorslaggevend belang. Was het geloof er niet, dan werd er geen geld verstrekt.
Ondernemerschap: dat geloof ik niet!
Terug naar de 21ste eeuw. Elke week lees ik in de media dat de kredietverlening aan het MKB de afgelopen jaren is gestagneerd. Deels is de Basel wet- en regelgeving hier debet aan, deels de economische crisis die tot een groot aantal faillissementen heeft geleid.
Maar ik heb nergens gelezen dat de kredietverlening aan het MKB is gestopt. Banken verstrekken nog steeds kredieten aan ondernemers. De reden is eenvoudig. Deze ondernemers weten hoe de spelregels werken en hebben zich goed voorbereid op de financieringsaanvraag. De bank heeft geloof in deze ondernemers. Maar wat doen zij dan goed? Hoe kan je nu zelf de bank (of de investeerder) laten geloven dat jouw ondernemingsplan potentie heeft? Dat jij als ondernemer potentie hebt?
In een van mijn vorige blogs “Ik ga toch geen ondernemingsplan schrijven?” vertelde ik het verhaal van een jonge ondernemer die zonder ondernemingsplan of begroting een bestaande slagerij wou overnemen. Met zijn vader (vertegenwoordiger in worsten) als steun en toeverlaat. #Sommige kinderen krijgen een nieuwe fiets. Anderen een slagerij…
De financieringsaanvraag heb ik destijds afgewezen. Ik had er totaal geen geloof in. Een visie ontbrak volledig. Over het gebrek aan ondernemerschap (lees: ervaring als ondernemer) heb ik het dan nog niet eens.
Als startende zzp’er heb je uiteraard geen ervaring als ondernemer. Ben je dan kansloos voor een bancair bedrijfskrediet?
Het antwoord is nee.
Je kan de bank of een investeerder in jouw plannen laten geloven. Als de bank er in gelooft, is zij wellicht zelfs bereid minder onderpand te vragen. De sleutel voor succes ligt bij een goede voorbereiding. Een goede voorbereiding voor een financieringsaanvraag is essentieel voor het welslagen van de missie. Dit kan je zelf doen of uitbesteden aan een zakelijke financieringsspecialist. Wil je de voorbereiding zelf doen, dan geef ik je hier alvast één tip mee.
Tip: kwaliteit ondernemer onderbouwen
Voor de bank is de basis voor de beoordeling van jouw financieringsaanvraag een goed onderbouwd ondernemingsplan of businessplan. In dit plan moet niet alleen een financiële paragraaf worden opgenomen, maar dient ook inzicht te worden gegeven in jouw arbeidsverleden en/of ondernemerschaps(kwaliteiten). Waaruit blijkt dat je een goede ondernemer zult worden? Wat zijn jouw kernkwaliteiten en valkuilen? In hoeverre ben je in staat een bedrijf op te bouwen, een bedrijf te leiden en personeel aan te sturen? De bank zal meer informatie over jou als (toekomstig) ondernemer willen weten.
De centrale vraag die de bank zal stellen zal zijn in hoeverre je een zogeheten trackrecord hebt opgebouwd, dit wil zeggen successen als ondernemer hebt behaald. Voor een starter is dit lastiger te beschrijven en is het juist belangrijk om de behaalde successen uit het arbeidsverleden in loondienst te beschrijven die jouw kwaliteiten als ondernemer kunnen onderbouwen.
- Heb je geen ervaring als ondernemer opgedaan, dan is het een optie om jouw ondernemerskwaliteiten te testen middels een test op Internet. De uitkomst van een dergelijke test kan gebruikt worden ter onderbouwing van jouw ondernemerskwaliteiten in het businessplan.
- Doe alsof je solliciteert naar de functie van “Ondernemer” en gebruik voor het schrijven en presenteren van jouw businessplan de STAR-methode (Situatie, Taken, Activiteiten, Resultaat). Vooral als je als ondernemer geen track record hebt opgebouwd, kan je deze methode prima gebruiken. Weet dus wie je bent als ondernemer (ken jezelf), waar je voor staat (jouw product of dienst) en waar je naar toe wilt (visie).
- Zorg ervoor dat je goed op de hoogte bent van de inhoud van jouw businessplan alvorens het gesprek met de bank aan te gaan. In het gesprek met de bank kan je jouw plannen dan ook met meer passie verkopen. De bank moet het gevoel hebben dat je een visie hebt en weet waar je over praat.
- Bluf niet en vertel zeker geen leugens of halve waarheden. De ervaren bankmedewerker prikt hier zo door heen.
De vraag naar krediet door startende ondernemers zal naar verwachting fors toenemen. In 2013 zijn er namelijk 150.000 nieuwe zzp’ers bijgekomen. Banken zullen er niet minder kritisch om worden. Integendeel, het zal nog moeilijker voor banken worden om het kaf van het koren te scheiden.
Met een goede voorbereiding kan je je dus onderscheiden van de massa. Banken zien startende ondernemers als een risicovolle doelgroep, zorg er dus voor dat je er positief uit naar voren komt. Laat de bank geloven in jouw ondernemingsplan en jouw ondernemingskwaliteiten!
You’ll never get a second chance to make a first impression. Anders geeft de lommerd er geen geld op.
