De nieuwe rechtsvorm BVm is simpel gezegd een normale BV die voldoet aan een aantal extra gestelde eisen. Deze eisen hebben betrekking op de maatschappelijk doelen die de onderneming nastreeft. Deze doelen dienen vastgelegd te worden in de statuten van de onderneming. De BVm moet wat het kabinet betreft in één oogopslag duidelijk maken dat we te maken hebben met een bedrijf dat primair een maatschappelijk doel nastreeft.
Winstuitkering is ‘ingebakken’ in de BV
De doelstelling van de BV-vorm is het bijeenbrengen van kapitaal om daar rendement op te maken. De winst wordt alleen uitgekeerd aan de aandeelhouders en wordt verdeeld naar rato van het aantal aandelen ze hebben. De introductie een aantal jaar geleden van de flex-BV heeft hier niets aan veranderd. Het aanbrengen van beperkingen in de statuten is lastig; daarmee ga je tegen de bedoeling van een rechtsvorm in.
Coöperatie kan werken met meer stakeholders
De coöperatie in het Nederlandse wet stelsel kent in vergelijking met de BV veel meer flexibiliteit. De leden hoeven zich niet per sé in te kopen, maar kunnen zich aansluiten. Winst uit onderneming kunnen de leden op verschillende manieren verdelen. Bij coöperaties van boeren gebeurt dit bijvoorbeeld naar rato van de hoeveel geproduceerde melk. Ook kun je een beperking of verbod op het uitkeren van winst opnemen.
Coöperaties kunnen verschillende typen leden hebben. Ook kunnen ze een deel van het bestuur door andere partijen laten benoemen of een raad van toezicht instellen. Op deze manier kun je je werknemers, omgeving en afnemers betrekken bij je bedrijfsvoering. Deze manier van betrokkenheid van stakeholders te vergroten sluit prima aan bij de code sociale ondernemingen zoals vastgesteld door Social Enterprise.nl.
Verschillen BV en coöperatie
Een BV en een coöperatie zijn allebei een zelfstandige rechtspersoon. Ze kunnen allebei personeelsleden of dochterondernemingen hebben, vallen onder dezelfde belastingwetgeving en ook de bestuurdersaansprakelijkheid is op dezelfde manier geregeld.
Het verschil tussen beide rechtsvormen zit ‘m in het eigenaarschap, de winstuitkering en de besturing: in die opzichten biedt de coöperatie meer flexibiliteit. Ik ga ervan uit dat het juist ook deze laatste punten zijn die bij een BVm anders zouden zijn dan bij een reguliere BV. Als dat zo is, dan is daarvoor eigenlijk geen nieuwe rechtsvorm nodig.
Maakt de naam het verschil?
Als de verschillen zo klein zijn, gaat het dan misschien om de naam? Een BVm zou beter herkenbaar zijn als maatschappelijke onderneming dan een BV? Als dit zo is, impliceert dit dat er ook een duidelijke definitie moet zijn van een maatschappelijke onderneming.
En daar zit de crux. Ik ken namelijk genoeg stichtingen die winstgevender zijn dan BV’s met vergelijkbare activiteiten en die hun oprichters/bestuurders uitstekende salarissen betalen. En andersom ken ik genoeg BV’s die een groot deel van hun opbrengsten investeren in maatschappelijke projecten.
Geen BVm maar Coöperatie-m
De keuze van een rechtsvorm en hoe je dit inricht in je statuten is slechts één aspect. Veel belangrijker is dat je daadwerkelijk een maatschappelijke missie hebt en hier de focus op legt. Hiervoor zou de code sociale ondernemingen met een peer-review stelsel zeer geschikt zijn.
Als rechtsvorm biedt de coöperatie veel meer flexibiliteit dan de BV. Om die reden zou ik de volgende stelling willen neerleggen: we hebben geen behoefte aan een BVm, maar aan een Coöperatie-m. Bij de laatste krijg je de ‘M’ niet slechts voor de inrichting van de statuten, maar voor je daadwerkelijke maatschappelijke gedrag.