Stap 1: welke risico’s wil je lopen?
Als ondernemer bepaal je zelf welke risico’s je wel en niet wilt afdekken. Een AOV is absoluut aan te raden, tenzij je zeker weet dat je bedrijf ook zonder jou wel blijft draaien.
Daarnaast is een BAV een goed idee. Met een beroepsaansprakelijkheidsverzekering voorkom je een hoge advocatenrekening en een eventuele claim (die kan oplopen tot enkele tonnen). Zelfs als je nooit een fout maakt, kan een ander je er nog van beschuldigen. Ben je dan niet verzekerd, dan betaal je je advocaat nog altijd zelf. Wist je dat je al een BAV hebt vanaf … euro per jaar?
Stap 2: wat past bij je?
Iedere onderneming is anders. Bespreek je situatie met je adviseur. Welke type verzekering het best bij je past, is onder andere afhankelijk van de rechtsvorm van het bedrijf. Een eenmanszaak vraagt soms om een andere oplossing dan een VOF of een BV.
Daarnaast is ook je persoonlijke situatie van belang. Iemand die in de bouw werkt, ziet soms 30 procent van zijn inkomen naar de AOV gaan. Iemand met een medisch verleden heeft soms beperkende voorwaarden. En een BAV-aanbieder legt soms dwingende leveringsvoorwaarden op.
Praat hierover met een adviseur die maatwerk kan leveren. Iemand die zaken doet met een groot aantal aanbieders en je dus echt wat te kiezen geeft. Iemand van gewicht die een aanbieder wel zover kan krijgen je medisch verleden door de vingers te zien.
Stap 3: wat mag het kosten?
Blijkt een uitgebreide AOV te prijzig? Vraag dan je adviseur naar de alternatieven. Sommige verzekeringen keren alleen uit bij blijvende invaliditeit, een ernstige ziekte of een combinatie van beide. De dekking van je AOV is dan minder, maar je betaalt ook een aanzienlijk lagere premie. En dat is altijd beter dan helemaal niet verzekerd zijn.
Biedt je adviseur aantrekkelijke collectiviteitskortingen? Dan kan je natuurlijk ook gewoon op de premie besparen in plaats van op de voorwaarden. Er zijn adviseurs die tot wel 40 procent korting kunnen geven op de premie, zonder dat de voorwaarden er op achteruit gaan!
