Leden van LTO-organisaties die naast hun agrarische bedrijf diensten aanbieden als ZZP’er, kunnen voor werkzaamheden buiten het eigen bedrijf voortaan volstaan met één opdrachtgever.
Ze dienen net als voorheen wel een VAR-verklaring aan te vragen en te voldoen aan enkele voorwaarden.
Dit vloeit voort uit het convenant tussen de LTO-organisaties en de Belastingsdienst dat vrijdag werd gesloten.
Zo geldt een maximum aantal uren (meestal 600 uur per jaar) en moeten de inkomsten terugvloeien naar het eigen bedrijf. Bovendien moet het gaan om werk in de agrarische sector. Dit betekent in de praktijk dat agrarische ondernemers als ZZP’er gemakkelijker bij collega’s aan de slag kunnen omdat ze niet meerdere opdrachtgevers meer hoeven te hebben.
LTO kon deze afspraak voor haar leden maken omdat er geen twijfel hoeft te zijn bij de zelfstandigheid van de ondernemers; de boeren en tuinders zijn immers al ondernemer en zullen dus niet snel volledig afhankelijk worden van hun externe opdrachtgever. Hiermee ontbreekt per definitie een gezagsverhouding.