Ruim 1600 bedrijven zijn in de eerste helft van dit jaar failliet verklaard. Dat zijn er 5% meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Het aantal bij KvK ingeschreven ondernemingen is nog wel iets gegroeid. Per saldo kwamen er sinds 1 januari 35.124 ondernemingen bij. Dit blijkt uit de KvK Bedrijvendynamiek.
Vertekend beeld door uitschrijvingen
Het aantal faillietverklaringen vertegenwoordigt een deel van het totaal aantal stoppers dat KvK registreert. In vergelijking met het eerste halfjaar van 2019 stopten in de eerste helft dit jaar een kwart meer ondernemingen (78.293, tegen 62.872 in 2019). In die periode kregen bedrijven last van de coronacrisis. Met name in juni stopten daardoor veel zzp'ers (26%) en parttime zzp'ers (50%).
Daar zitten ook veel slapende bedrijven tussen. Dat kan een vertekend beeld geven, zegt de KvK. Van de ruim 78.000 stoppers is 19% namelijk een inactief bedrijf dat door de KvK zelf is uitgeschreven. Als het totaal aantal stoppers hiervoor wordt gecorrigeerd, is het aantal stoppers 1% hoger dan in 2019, toen er 62.872 stoppers waren. De KvK bepaalt of een bedrijf nog actief is aan de hand van gegevens van de Belastingdienst.
Krachtig herstel in juni
Terwijl het aantal faillissementen in de eerste helft van het jaar toenam, daalde het aantal startende ondernemers. Over de gehele linie waren er 5% minder ondernemingen gestart dan in 2019 (112.753, tegen 118.103 in 2019). In juni, de laatste maand van het tweede kwartaal was er wel weer sprake van een krachtig herstel. Van een afname van het aantal starters in de maanden april (-34%) en mei (-11%), naar een toename van 20% in juni.
Meeste stoppers in ICT en media
Vrijwel alle sectoren laten een toename zien van het aantal stoppers (25% over het totaal). Alleen bij financiële instellingen waren er juist minder stoppers (-4%). De sectoren met de hoogste percentages stoppers, zijn ICT en media (45%), zakelijke diensten (40%), industrie (30%) en cultuur, sport en recreatie (27%). In de detailhandel en land- en tuinbouw waren het eerste halfjaar meer starters dan stoppers. In alle andere sectoren was sprake van een afname.
Verschillen per provincie
In de provincies Flevoland (-10%), Utrecht (-9%) en Noord-Holland (-8%) lag de daling van het aantal starters boven het landelijk gemiddelde (-5%). Friesland en Drenthe kenden de grootste toename in aantallen stoppers (beide 40% t.o.v. 25% landelijk). Flevoland (13%), Noord-Holland (15%) en Utrecht (16%) blijven wat betreft het aantal stoppers juist onder het landelijk gemiddelde.
Om de economische effecten van de coronacrisis goed te kunnen monitoren ververst KvK de gegevens van de KVK Regiodata sinds kort ieder kwartaal in plaats van jaarlijks. Volgende week verschijnt een bericht met cijfers over het tweede kwartaal.