Door zich te presenteren als platform dat bemiddelt tussen vraag en aanbod, probeert Uber een nieuwe categorie werkenden te creëren die in naam zelfstandig zijn, maar in werkelijkheid opereren als werknemers in loondienst. De onderzoekers, professor Joep Cornelissen en dr Magdalena Cholakova, noemen deze werkwijze ‘moreel en juridisch twijfelachtig’.
Wel degelijk aansturing
Het onderzoek is hard in zijn oordeel. Uber voert aan dat er geen sprake is van een werknemersrelatie omdat het aantal voor hen gewerkte uren niet te meten is. Daarbij komt dat de mensen die voor hen werken met meerdere apps tegelijk bezig kunnen zijn, waardoor het moeilijk is om uren toe te schrijven aan een enkele werkgever.
Cholakova en Cornelissen vegen te vloer aan met deze argumentatie. Zij stellen juist dat Uber chauffeurs actief aanstuurt, zelfs gedurende 'inactieve' uren. Van hen wordt immers verwacht dat ze een rit binnen 15 seconden accepteren, zonder de exacte locatie of beloning te weten. Omdat chauffeurs het risico lopen te worden afgedankt als ze een rit weigeren, kunnen er vraagtekens gezet worden bij de hoeveelheid vrijheid die zij echt hebben.
Door werkenden die in een werknemersrelatie staan met een bedrijf op te voeren als ‘zelfstandigen’, ondermijnt Uber de rechtspositie van individuele arbeidskrachten, waarschuwt dr Magdalena Cholakova: “Er ontstaat een nieuwe groep slecht betaalde werkenden zonder arbeidszekerheid, met materiële en psychologische schade tot gevolg.”
Toezicht op lobbyactiviteiten
Uber, maar ook Deliveroo en Foodora, functioneren alsof hun werknemers ‘zelfstandigen’ zijn en zorgen ervoor dat hun taalgebruik hierop aansluit. Door middel van hun communicatie proberen zij de suggestie te wekken alsof deze manier van werken 'geïnstitutionaliseerd' is, wat in werkelijkheid niet zo is. Zo kreeg Uber nog recent een boete opgelegd van 649 miljoen dollar (585 miljoen euro) van de rechter in New Jersey omdat het chauffeurs niet als 'werknemers' aanduidde.
De onderzoekers willen meer aandacht voor en toezicht op lobbyactiviteiten, advertenties en juridische argumenten die platformbedrijven inzetten om te worden ingedeeld in de door hen gewenste categorie. Deliveroo en Foodora doen er bijvoorbeeld alles aan om ervoor te zorgen dat er geen onderdelen in de omschrijving van hun bedrijf staan waarmee zij 'ten onrechte' kunnen worden gecategoriseerd als traditionele werkgevers in de sector maaltijdbezorging.
Het ten onrechte categoriseren van werkenden als zelfstandigen heeft een eroderende werking op de positie van andere werknemers, doordat bedrijven die hun personeel altijd als werknemers classificeerden nu ook het etiket 'zelfstandige' willen gebruiken om hetzelfde economisch voordeel te kunnen behalen. Cornelissen: “Deze ontwikkelingen zouden genoeg redenen voor beleidsmakers, wetgevers en onderzoekers moeten zijn om te werken aan een eerlijke classificatie voor werknemers van bedrijven als Uber.”
Aantal schijnzelfstandigen
Hoeveel werkenden als schijnzelfstandigen kunnen worden aangemerkt, is onduidelijk. In heel Europa gaat het volgens cijfers van Eurostat om ongeveer een miljoen zelfstandigen zonder personeel die afhankelijk zijn van een dominante opdrachtgever. In Nederland zou het gaan om 7 procent van de zzp’ers. Dit percentage is een stuk lager dan de uitkomsten van het SEO economisch onderzoek dat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid liet uitvoeren. Uit die studie bleek dat 10 tot 13 procent van de zzp’ers in Nederland schijnzelfstandig is. Het verschil tussen beide studies is dat SEO (naast de aanwezigheid van meerdere opdrachtgevers) ook de hoogte van het uurtarief meeweegt. Een laag uurtarief is dan een indicatie voor schijnzelfstandigheid.
Lees het hele onderzoek, Profits Uber everything? The gig economy and the morality of category work in Strategic Organization.