Op 12 augustus 2016 oordeelde de Hoge Raad dat thuiswerkende zzp’ers die voldeden aan de voorwaarden voor huuraftrek, hun gehele huur van de winst mochten aftrekken. Dat betekende dat ook zzp’ers die géén zelfstandige werkruimte hadden, konden profiteren van aftrek. Zij hoefden dus niet langer een aparte zakelijke ingang of aparte sanitaire voorzieningen te hebben, zolang hun werkruimte maar minimaal 10% van de woonoppervlakte besloeg. Ook moesten ze minimaal 10% van de tijd uit huis werken en moest het huurrecht geactiveerd worden als ondernemingsvermogen. In dit artikel kun je daarover meer lezen.
Kosten: half miljard
Tot nu toe maakten nog maar weinig ondernemers gebruik van de regeling. Staatssecretaris Wiebes vreest echter dat de maatregel teveel kost. Als de 450.000 ondernemers die in aanmerking komen voor de aftrek, hier daadwerkelijk gebruik van maken, kost dit de schatkist zo’n € 500 miljoen. Opvallend genoeg gaf Wiebes in augustus nog aan dat de uitspraak van de Hoge Raad geen reden was om de wet aan te passen.
Geen onderscheid tussen huren of kopen
Dit betekent dat er geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen zzp’ers met een huur- of koopwoning: allebei kunnen geen kosten meer aftrekken van hun onzelfstandige werkruimte. Voor zzp’ers met een zelfstandige werkruimte verandert er niets. In dit kennisartikel lees je meer over welke kosten er nog aftrekbaar zijn als je een zelfstandige werkruimte hebt.
Lees hier de hele brief van staatssecretaris Wiebes aan de Tweede Kamer.