Welke soorten VAR-verklaringen waren er?
Nu je weet wat een VAR-verklaring was en waarvoor het gebruikt werd, vertellen we je welke VAR-verklaringen er waren. We zetten hieronder de vier belangrijkste op een rij:
- VAR loon uit dienstbetrekking (VAR-loon);
- VAR resultaat uit overige werkzaamheden (VAR-row);
- VAR winst uit onderneming (VAR-wuo);
- VAR inkomsten uit werkzaamheden voor rekening en risico van vennootschap (VAR-dga).
VAR loon uit dienstbetrekking (VAR-loon)
Als in de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) stond dat de Belastingdienst jouw inkomsten als loon aanmerkte, dan was je in loondienst van jouw opdrachtgever en moest hij sociale premies en loonheffingen voor jou afdragen. Bovendien moest de opdrachtgever zich aan alle werkgeversverplichtingen houden zoals doorbetaling bij ziekte. Volgens deze VAR was je officieel geen zzp'er.
Wanneer kreeg je een VAR-loon?
Je kreeg een VAR-loon als de Belastingdienst op basis van jouw aanvraagformulier en eventuele aanvullende informatie vond dat je jouw werkzaamheden (voor het grootste deel) in dienstbetrekking verrichtte. Hierbij keken ze of je onder andere verplicht was om instructies op te volgen, of je tijdens vakantie en ziekte werd doorbetaald en of je verplicht was om de werkzaamheden persoonlijk uit te voeren. Ze keken of deze punten relevant waren voor jouw werkzaamheden en beoordeelden jouw aanvraagformulier in zijn totaliteit. Daarbij keken ze ook naar de onderlinge samenhang van jouw antwoorden.
VAR resultaat uit overige werkzaamheden (VAR-row)
Als in de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) stond dat de Belastingdienst jouw inkomsten als resultaat uit overige werkzaamheden aanmerkte, dan bood deze VAR jouw opdrachtgevers geen zekerheid over de vraag of zij loonheffingen moesten inhouden en afdragen.
Jouw opdrachtgever moest in dit geval altijd zelf toetsen of er sprake was van een arbeidsovereenkomst. Dit houdt in dat er geen sprake mocht zijn van de drie elementen van een arbeidsovereenkomst: werkgeversgezag, persoonlijke arbeid en loon. Wanneer deze alle drie aanwezig waren, dan was er sprake van een dienstbetrekking en zou de opdrachtgever loonheffingen inhouden en afdragen. Vond jouw opdrachtgever dat er geen sprake was van een dienstbetrekking omdat een van de elementen ontbrak, dan hield hij geen loonheffing in en droeg hij deze niet af. De Belastingdienst kon achteraf toch een (fictieve) dienstbetrekking constateren. In dat geval moest jouw opdrachtgever alsnog loonheffingen afdragen. Bij twijfel of er sprake was van een (fictieve) dienstbetrekking kon de opdrachtgever de Belastingdienst om een uitspraak vragen. Als opdrachtnemer kon je bij het UWV om een uitspraak vragen.
Wanneer kreeg je een VAR-row?
De Belastingdienst zag je niet als ondernemer en je had dan meestal ook geen recht op zelfstandigenaftrek en startersaftrek. In sommige gevallen zou de MKB-vrijstelling wel mogelijk kunnen zijn. Vraag daarvoor het advies van een goede accountant of rechtstreeks aan de Belastingdienst.
VAR winst uit onderneming (VAR-wuo)
Wanneer de Belastingdienst jouw werkzaamheden beoordeelde als winst uit onderneming, dan had jouw opdrachtgever de zekerheid dat hij over jouw beloning geen loonheffingen hoefde in te houden en af te dragen.
Dit gold mits de VAR-wuo geldig was, volgens deze voorwaarden:
- De omschrijving op de VAR kwam overeen met de werkzaamheden die jij verrichtte;
- De opdrachtgever had een kopie van jouw VAR-wuo en een kopie van jouw identiteitsbewijs;
- Je verrichtte de werkzaamheden binnen de geldigheidstermijn van de VAR-wuo.
Voor jou als zzp’er was de VAR-wuo geldig als je voldeed aan deze voorwaarde:
- De feitelijke werkzaamheden kwamen overeen met de beschrijving op het aanvraagformulier voor de VAR.
Dit betekende ook dat je wijzigingen in je werksituatie altijd moest doorgeven aan de Belastingdienst. Je was overigens niet verplicht om de VAR-wuo te gebruiken.
Wanneer kreeg je een VAR-wuo?
De Belastingdienst stuurde een VAR-wuo wanneer zij jouw werkzaamheden beoordeelde als zelfstandig. Hierbij letten ze op het gehele aanvraagformulier en beoordeelden ze de punten op relevantie in jouw beroepsgroep. De Belastingdienst keek of deze punten relevant waren voor jouw werkzaamheden en beoordeelden jouw aanvraagformulier in zijn geheel. Daarbij keken ze ook naar de onderlinge samenhang van jouw antwoorden. Niet iedereen die zichzelf als ondernemer ziet, beschouwden zij ook als ondernemer.
Wanneer je de VAR-wuo gebruikte, moest je via jouw aangifte inkomstenbelasting uiteraard ook belasting betalen en moest je facturen versturen voor jouw werkzaamheden. Daarnaast was je verplicht een administratie bij te houden en te bewaren, met daarin onder andere de facturen die je ontving, en kopieën van de facturen die je verstuurde.
VAR Directeur Groot Aandeelhouder (VAR-dga)
Wanneer de Belastingdienst jou zag als zelfstandig ondernemer en je werkte vanuit een bv, dan kreeg je een VAR-dga. Jouw opdrachtgever had dan de zekerheid dat hij geen loonheffingen hoefde te betalen mits werd voldaan aan de volgende voorwaarden:
- De omschrijving op de VAR kwam overeen met de werkzaamheden die jij verrichtte;
- De opdrachtgever had een kopie van jouw VAR-dga en een kopie van jouw identiteitsbewijs;
- Je verrichtte de werkzaamheden binnen de geldigheidstermijn van de VAR-dga.
Voor jou als zzp'er was de VAR-dga geldig als je voldeed aan deze voorwaarde:
- De feitelijke werkzaamheden kwamen overeen met de beschrijving op het aanvraagformulier voor de VAR.
De VAR-dga zei niets over de arbeidsrelatie tussen de directeur-grootaandeelhouder en zijn vennootschap en de vennootschappen waarin de directeur-grootaandeelhouder een aanmerkelijk belang had.
Wanneer kreeg je een VAR-dga?
De Belastingdienst stuurde een VAR-dga wanneer zij jouw werkzaamheden beoordeelde als zelfstandig. Hierbij letten ze op het gehele VAR-aanvraagformulier en beoordeelden ze de punten op relevantie in jouw beroepsgroep. Niet elke zzp'er die werkte vanuit een bv wordt door de Belastingdienst als zelfstandig ondernemer gezien.
Geen vrijwaring van de inleners- en ketenaansprakelijkheid
Leende jouw opdrachtgever jou voor de VAR-werkzaamheden in, of was hij aannemer in een keten en besteedde hij de VAR-werkzaamheden aan jou uit? Dan bleef jouw opdrachtgever aansprakelijk voor de betaling van de loonheffingen, ook al had je een VAR-dga. Als de vennootschap waarbij je als directeur-grootaandeelhouder in dienst was, de loonheffingen voor jouw VAR-werkzaamheden niet betaalde, dan kon de Belastingdienst jouw opdrachtgever daarvoor dus aansprakelijk stellen. De inlenersaansprakelijkheid gold ook voor de omzetbelasting die je over de verrichte werkzaamheden moest betalen. De ketenaansprakelijkheid gold alleen voor de loonheffingen.
Sinds 1 mei 2016 is de VAR vervangen voor modelovereenkomsten volgens de wet DBA: hierbij liepen zowel opdrachtgevers als zzp'ers evenveel risico als er achteraf sprake bleek van schijnzelfstandigheid. Door grote kritiek van zowel opdrachtgevers als zzp'ers is de handhaving van de wet voorlopig uitgesteld tot nader order. Het kabinet streeft naar nieuwe wetgeving per 1 januari 2020. Je kunt wél rekenen op een boete of sanctie als je kwaadwillend bent.
TIP Heb je vragen over de wet DBA of modelovereenkomsten? Op deze pagina van de Belastingdienst vind je een actueel overzicht van wat er speelt rond de wet DBA. Je vindt er antwoord op vragen, kunt modelovereenkomsten zoeken en blijft op de hoogte van het laatste nieuws.
Lees ook eens:
- Van VAR naar Modelovereenkomst
- Bij hoeveel opdrachtgevers ben ik zelfstandig voor de belastingdienst?
- Wanneer ben je als zzp'er schijnzelfstandig?
Wil je advies over de wet DBA of modelovereenkomsten? Vul dan onderstaand contactformulier in.